MOBILITEIT


Mobiliteit is in sneltreinvaart aan het veranderen. Door technische innovaties en een grote hoeveelheid beschikbare data wordt mobiliteit steeds slimmer. Mobiliteit heeft een groot aandeel in de CO2-uitstoot in Nederland. Wegverkeer is verantwoordelijk voor ruim achttien procent van de CO2-uitstoot. Om de klimaatdoelstellingen te halen is dus een behoorlijk verandering van ons mobiliteitssysteem nodig. Deze transitie vraagt niet alleen om beleid, maatregelen en technische innovaties vanuit overheid en marktpartijen, maar ook om gedragsverandering van de consument.

Circulaire mobiliteit gaat over verplaatsingen van mensen en goederen waarvoor geen nieuwe grondstoffen en materialen gebruikt hoeven te worden en waarvoor geen vervuilende productieprocessen voor nodig zijn. Denk aan het minder of niet gebruiken personenauto’s, elektrisch vervoer, deelvervoer, schone energie, maar het gaat ook over andere (stads)logistiek van goederen.

Maar wat kan je als decentrale overheid doen aan circulaire mobiliteit en hoe krijg inwoners hierin mee?

1 Gebruik andere vervoersmiddelen stimuleren

Green Seats maakte een lijst met groenste vervoermiddelen, zeg maar de R-ladder van circulaire mobiliteit: hoe hoger op de lijst hoe beter. Milieu Centraal zette de gemiddelde CO2-uitstoot per reizigerskilometer op een rijtje. Het is niet geheel verrassend dat in deze lijstjes lopen, fietsen en elektrisch openbaar vervoer het beste scoren. Het slimste is dus om daarop in te zetten als decentrale overheid.

Door letterlijk ruimte te bieden aan deze vormen van schoon vervoer stimuleer je ook het gebruik daarvan. Denk aan meer en bredere wandel- en fietspaden, meer (bewaakte) parkeerruimtes voor fietsen en een betere bereikbaarheid met (elektrisch) OV. Maar ook in je voorrangsbeleid kan je wandelen en fietsen aantrekkelijk maken door auto’s te weren uit de (binnen)stad of dorpskern of door straten autoluw te maken en parkeerplekken naar de randen van de wijk te verplaatsen. In Brussel wordt aan 50 autoluwe wijken gewerkt waarin lokaal en actief vervoer (lopen/fietsen) de voorkeur krijgt. De grootste autoluwe wijk van Europa staat binnenkort echter in Utrecht waar de Merwedekanaalzone met duurzame mobiliteitsplannen is ontworpen. Andere voorbeelden van autoluwe wijken met alternatieve vervoersmogelijkheden zijn:
- Proeftuin Erasmusveld in Den Haag
- De Frans Halsbuurt in Amsterdam
- Hero Breda in Breda

De elektrische auto wordt vaak als ideaal alternatief gezien, maar wat doen we als we geen elektrische auto’s meer kunnen maken? Er dreigt namelijk een tekort aan schaarse metalen die nodig zijn voor de productie van elektrische auto’s. En die metalen zijn ook nog eens nodig voor de productie van bijvoorbeeld zonnepanelen en windturbines. Dat gaan we niet redden als er vanaf 2030 in Nederland alleen nog maar elektrische nieuwe auto’s verkocht worden, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord. Daarbij is de CO2-uitstoot bij het rijden van een elektrische auto weliswaar lager dan van een conventionele auto, maar voor de fabricage van een elektrische auto is de CO2-uitstoot juist aanzienlijk hoger. Welk probleem lossen we dus eigenlijk op met elektrische auto’s? De echte oplossing zou zijn: minder auto’s fabriceren, minder autorijden en andere manieren van reizen en vervoeren vinden.


2 Inzetten op deelvervoer

Inzetten op deelvervoer is circulair omdat je door te delen minder nieuwe transportmiddelen nodig hebt en dus minder grondstoffen hoeft te gebruiken. De gemeente Utrecht stelt in haar ’Aanpak deelvervoer’ dat in 2030 Utrechters deelvervoer vanzelfsprekender moeten vinden dan het bezit van een eigen auto. ‘Nu al heeft zo’n 30% van de Utrechters geen eigen auto en is de stad nationaal kampioen deelauto’s. Door het aanbod te vergroten en gebruik van deelvervoer verder te stimuleren moet het gebruik van deelfietsen, deelbakfietsen en deelauto’s nog normaler worden.’

Je kan het gebruik van (elektrisch) deelvervoer, van particulieren of van diensten als GreenWheels en Amber, faciliteren door meer parkeerplekken met oplaad faciliteiten te creëren. Ook kan je centrale hubs op wijk- of buurtniveau maken waar de bewoners van die wijk fietsen, elektrische scooters of auto’s kunnen delen. Je kan inwoners ook mee krijgen door deelvervoer als aantrekkelijk alternatief voor betaald parkeren aan te bieden.

Geef in je plannen voor gebiedsontwikkeling, inrichting van de openbare ruimte en je mobiliteitsbeleid dus voorrang aan lopen, fietsen, openbaar vervoer én deelmobiliteit boven de eigen auto en creëer daarmee een gezondere leefomgeving met meer groen, meer ruimte voor recreatie en een schonere lucht. De gemeente Utrecht zet in de wijken Merwede en Cartesius nu al flink in op deelvervoer. Lees er meer over in het interview met Leon Peeters hieronder.


3 Stimuleer minder reizen

Duurzaam reizen betekent soms ook de reisbewegingen beperken. Als we doelgerichter en bewuster reizen, zeker op langere afstanden die niet lopend of fietsend kunnen, kan een uitkomst ook zijn dat de reis niet per se nodig is. Zeker als voor ons werk online afspreken mogelijk is. Hiermee kunnen we het aantal bewegingen verminderen wat een belangrijke factor is in een duurzame en circulaire mobiliteit. Minder verplaatsingen betekent immers een kleinere behoefte aan vervoersmiddelen. Gemeenten kunnen hierop inspelen door in gebiedsontwikkeling ruimte te bieden voor (deel)vervoershubs en voldoende flex- en co-working locaties.

Het verminderen van het aantal (vervuilende) bewegingen is ook een belangrijke onderdeel van de ’15-minuten stad’. In een 15-minuten stad kunnen inwoners al hun basisbehoeften vervullen binnen een kwartier lopen of fietsen. Dit concept wordt steeds vaker als uitgansgpunt genomen bij gebiedsontwikkeling. Zo heeft de gemeente Utrecht een eigen 10-minuten variant gebruikt voor haar ’Ruimtelijke Strategie 2040’.


Meer informatie

- Het Ministerie van I&W heeft in het programma ’Mobility as a Service’ (MaaS) 8 apps ontwikkeld. Zij zijn onderdeel van 7 nationale pilots en samen met 7 regio’s gemaakt. Elke pilot heeft een andere focus op een beleidsdoel of doelgroep. In de apps komt zoveel mogelijk vervoersaanbod dat de reiziger kan plannen, boeken en betalen. Als de pilots aanslaan, wil de Rijksoverheid met de makers van de apps verder gaan. Zodat de MaaS-apps blijven bestaan.

- Er zijn allerlei manieren om fietsen te stimuleren. In dit stuk lees je hoe de gemeente Enschede en gemeente Arnhem dat aanpakken.

- Het Low Car Diet van Stichting de Reisbeweging is dé gedragscampagne en mobiliteitswedstrijd van Nederland Tijdens het Low Car Diet ontdekken medewerkers dat de dagelijkse reis van A naar B goedkoper, meer ontspannen, schoner en gezonder kan. Zij maken één maand lang gebruik van andere vormen van vervoer zoals o.a. de (elektrische) fiets, deelauto’s en trein. De reisgegevens worden bijgehouden met de Fynch app. Hiermee krijgen de deelnemende organisaties tijdens en na deze maand volledig inzicht in het reisgedrag.

- VPRO Tegenlicht maakte de aflevering ’Mobiliteit van Morgen’ waarin twee toekomstdenkers innovaties onder de loep nemen die mobiliteit voor het jaar 2040 duurzaam en toekomstbestendig kunnen maken.


Voorbeeld doelstellingen:

★ “Vanaf 2024 voorkomen we onnodige bouw en uitbreiding van wegen door in te zetten op OV en deelvervoer en door flexwerken te bevorderen met meer flex- en co-workingspaces”
★ “In 2027 werken we met logistieke hubs voor woon-werkverkeer en goederentransport buiten stads en dorpskernen om leefbare dorpen en steden te creëren waar minder autoverkeer is”
★ “Vanaf 2027 is onze dorpskern autoluw en hebben we het aantrekkelijk en gemakkelijk gemaakt om je lopend en fietsend te verplaatseb”

Goed voorbeeld

Leon Peeters

Hoe Utrecht de grootste autoluwe wijk van Europa ontwikkelt.

Lees hier het interview met Leon >>

Algemene vragen over circulaire economie in jouw organisatie:


Wat is je verantwoordelijkheid als decentrale overheid in CE?

Hoe krijg je jouw organisatie en collega’s mee?

Hoe maak je CE meetbaar?

Hoe zorg je voor voldoende capaciteit en middelen?

Wat als de circulaire oplossing duurder wordt dan de lineaire?

Bekijk hier de antwoorden >>


Deel Met Je Collega’s

 
 
 

 

Verder lezen en verdiepen


Lees in het tijdschrift De Verschilmakers zeven circulaire praktijkverhalen van baanbrekende ambtenaren bij gemeenten, provincies en waterschappen. Deze verhalen zitten bomvol concrete tips om morgen mee aan de slag te gaan.

In deze zes podcasts gaan wij met experts in gesprek over hoe Nederland er in 2030 en 2050 uit komt te zien op het gebied van bouw, landbouw, infrastructuur, bedrijven, consumenten en afval.

In de andere edities over inwoners komen de volgende onderwerpen aan bod:

  • E-waste

  • Textiel

  • Voeding

  • Verbouwingen



Ben je nog niet aangemeld voor dit kennisnetwerk?
Meld je dan hier aan en vertel het door aan je collega’s!


 

 

Lees ook over de andere thema’s

 

Een initiatief van:

In samenwerking met: