Textiel


Waarmee draagt de gemiddelde Nederlander het meeste bij aan klimaatverandering? Het is niet vlees eten of vliegen, maar het aanschaffen van spullen. Van die spullen heeft kleding, naast elektrische apparaten, de grootste negatieve impact. De textielindustrie is een van de meest vervuilende in de wereld. We zijn de afgelopen 20 jaar 40% meer kleding gaan kopen en zowel consumenten als producenten behandelen kleding als een wegwerpproduct.

Nederlanders kopen gemiddeld 50 kledingstukken per jaar en dragen een kledingstuk gemiddeld slechts 7 keer. Dit leidt tot enorme bergen textielafval met een grote milieu-impact. Een groot gedeelte van het textielafval wordt verbrand. Voor de productie van wol en katoen wordt veel land en water verbruikt en voor polyester is aardolie nodig. Tijdens de productie zorgen chemicaliën, nodig voor bijvoorbeeld het verven van onze kleding, voor watervervuiling. Daarnaast zijn arbeidsomstandigheden in de meeste textielketens nog steeds slecht. Het veelvuldig wassen en drogen van kleding door de consument kost veel water en energie. Daarbij raakt water vervuild door de chemicaliën en microplastics uit kleding en wasmiddelen.


Maar hoe kan je als gemeente inwoners activeren om betere keuzes te maken? Hoe creëer je gedragsverandering en waar zet je op in?

Je kan het verschil maken door inwoners te helpen met textiel beter in te zamelen, te repareren, tweedehands te kopen, te ruilen (‘swappen’), minder kleding te kopen en duurzaam te kopen. Uit verschillende onderzoeken weten we dat de consument vaak best betere keuzes wil maken en duurzamere producten wil kopen en dat informatievoorziening daarbij helpt. Je maakt het inwoners makkelijker om de juiste keuze te maken als zij weten wat het milieueffect van hun keuze is. Zo wijst onderzoek van ABN AMRO naar de duurzame jeans uit dat 39% van de kopers bereid is meer te betalen voor een duurzame spijkerbroek als zij weten dat die op een eerlijke en milieuvriendelijkere manier is gemaakt.


INZAMELEN

Uit onderzoek in de metropoolregio Amsterdam blijkt dat van het ingezamelde textiel 70% verbrand wordt. Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat 28% van wat nu verbrand wordt zou kunnen worden hergebruikt als kleding, 51% zou als materiaal gerecycled kunnen worden en maar 21% zou hoeven worden verbrand. De gemeente Amsterdam heeft met meerdere partijen in de regio de routekaart ‘Samen op weg naar een circulaire textielsector’ gemaakt. Eén van de twee pijlers uit hun routekaart is het opschalen van hoogwaardige recycling en daarmee de sluiting van de textielketen. Het focust ook op de stappen voorafgaand aan recycling: van inzameling tot sortering.

Nederlanders bieden slechts 45% van hun afgedankte textiel aan bij inzamelingspunten en gooien dus nog 55% bij het restafval. Er moet dus anders en beter ingezameld worden. Textiel kan na inzameling worden uitgesorteerd in wat recyclebaar en herbruikbaar is. Herbruikbare kleding kan naar tweedehandswinkels, de rest gaat de recycling in. De Textiel Race is een ludieke, leerzame en effectieve manier om kleding op te halen bij inwoners. In een wedstrijd tussen scholen zamelen leerlingen zoveel mogelijk kleding in. Kleding wordt daarna gesorteerd op herbruikbaar, repareerbaar of recyclebaar.


RECYCLEN

De gemeente Groningen zet in op ‘Gronings Goud’. Medewerkers van het kringloopbedrijf sorteren na inzameling het textielafval op textielsoort en kleur. Wat bruikbaar is wordt samengeperst voor verdere verwerking. Daarna wordt het textiel in een fabriek weer ontrafeld tot vezels en gesponnen tot industrieel garen: het Gronings Goud. De garens kunnen op verschillende manieren worden gebruikt, bijvoorbeeld voor interieurstoffen in kantoormeubilair van lokale meubelfabrikant Vepa. Lees in het interview met Carolina Vogel van de gemeente Groningen hoe zij dit voor elkaar heeft gekregen.


REPAREREN

Je kan het inwoners makkelijker maken door de reparatiemogelijkheden zichtbaar maken. Bijvoorbeeld door de lokale schoenmakers en naaiateliers media-aandacht te geven zoals in Rotterdam en hen mee te nemen in campagnes of challenges. Zoals de gemeente Apeldoorn met de actie ‘Heel Apeldoorn Repareert’ inzet op elektrische apparaten, kan je een vergelijkbare campagne opzetten voor textielafval. Natuurlijk kun je ook wedstrijden tussen gemeenten opzetten om te kijken welke inwoners meer repareren. Een financiële incentive is vaak ook effectief. Zo ontvangen inwoners van Amsterdam met een stadspas 40% korting op kledingreparaties.

Onlangs is ’United Repair Centre’ gelanceerd. Een social enterprice die in samenwerking met diverse retailers reparaties gaat uitvoeren. Aangesloten retailers zijn bijvoorbeeld Patagonia, Beversport of Scoth&Soda. Het reparatiecentrum is de United Repair Academy aan het ontwikkelen. Hier worden komende jaren mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt opgeleid tot gecertificeerd textielhersteller. De gemeente heeft meegeholpen bij het vinden van een goede locatie. Lees onderaan deze pagina over deze projecten in het interview met Roosmarie Ruigrok van de gemeente Amsterdam.


TWEEDEHANDS

Uit onderzoek van McKinsey blijkt dat de online markt voor tweedehands goederen jaarlijks met 35% groeit. Met name tweedehandskleding is populair bij de consument. Verwacht wordt dat de tweedehands kledingmarkt binnen acht jaar zelfs groter is dan de fast fashion markt.

Steeds meer gemeenten stimuleren tweedehands kledingwinkels. De gemeente Amsterdam helpt inwoners met het platform Cosh! Het stimuleert inwoners hun oude textiel in te leveren bij vintage en tweedehands winkels of te laten repareren. Het platform biedt inwoners ook een overzicht met winkels voor duurzame kleding, tweedehandswinkels, kinderkledingwinkels waar je kleding kunt huren en retailers met een duurzaam aanbod. De gemeente Amsterdam betaalt voor lokale ondernemers die duurzame kleding aanbieden de financiële contributie voor het platform.


RUILEN, LENEN, HUREN

Met de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (upv) moet het aantal hergebruikte kledingstukken toenemen. Swapshops helpen de gemeente Amsterdam bijvoorbeeld om kleding weer circulair door te geven. The Swapshop is een fysieke permanente locatie in Amsterdam waar kleding geruild kan worden. Wanneer je kleding inlevert, spaar je punten om weer kleding terug te ruilen of te kopen tegen korting. De kleding wordt nagekeken, gerepareerd en gereinigd voordat het weer opnieuw wordt aangeboden. Natuurlijk kan je inwoners ook stimuleren om zelf een kledingruil te organiseren. Milieu Centraal legt hier uit hoe inwoners dat kunnen doen. Initiatieven kunnen groeien, zoals het burgerinitiatief de Kettingkledingruil uitgroeide in het platform The Clothing Loop.


VOORKOMEN VAN KOPEN

Uiteindelijk wil je een verandering teweeg brengen in het koopgedrag van inwoners. Dat is ongelooflijk ingewikkeld en moet vanuit verschillende kanten aangemoedigd worden. In het veranderen van gedrag is de voorbeeldrol van de gemeente belangrijk, maar ook het zichtbaar maken van beleid op circulair textiel, goede informatievoorziening over bewuste keuzes en financiële incentives. Laat vooral zien dat je het belangrijk vindt. Zo deed de gemeente Haarlem in 2021 mee aan de Dutch Sustainable Fashion Week. Zij organiseerden verschillende activiteiten samen met Haarlemse ondernemers die zich inzetten voor duurzaam textiel. De gemeente Amsterdam maakte een lespakket over circulair textiel voor basisscholen en de provincie Noord-Brabant reikte de Gouden Cirkel uit aan de Textiel Race, een aanmoedigingsprijs voor belangrijke bijdragen aan een circulaire economie.


LOKAAL EN DUURZAAM AANBOD

Er zijn verschillende gemeenten die nu uitzoeken hoe ze in vergunningen en vestigingsbeleid de voorkeur kunnen geven aan ondernemers die een circulair aanbod hebben. Verder kan je als decentrale overheid samenwerken met kennisinstellingen aan manieren om consumentengedrag te beïnvloeden. De regio Twente die de textielproductie en logistiek naar de regio terug wil brengen werkt hier bijvoorbeeld o.a. met Hogeschool Saxion aan.


Verder luisteren?

- Luister deze leuke podcast over circulair textiel met o.a. de gemeente Rotterdam.


Voorbeeld doelstellingen:

★ “Wij stimuleren vanaf 2023 voornamelijk lokale ondernemers die passen in een circulaire textielketen”
★ “Wij hebben 20% van onze inwoners gestimuleerd om oude kleding in te leveren, geven korting op reparatie en maken inzichtelijk waar inwoners terecht kunnen voor duurzame alternatieven in 2025.
★ “Met onze afvalverwerkers maken we afspraken om in 2026 tenminste 20% meer kleding her te gebruiken en 20% hogere recycling percentages te behalen.”

Goed voorbeeld

Roosmarie Ruigrok

Al 10.000 kledingstukken laten repareren

Lees hier het interview met Roosmarie >>

Algemene vragen over circulaire economie in jouw organisatie:


Wat is je verantwoordelijkheid als decentrale overheid in CE?

Hoe krijg je jouw organisatie en collega’s mee?

Hoe maak je CE meetbaar?

Hoe zorg je voor voldoende capaciteit en middelen?

Wat als de circulaire oplossing duurder wordt dan de lineaire?

Bekijk hier de antwoorden >>


Deel Met Je Collega’s

 
 
 

 

Verder lezen en verdiepen


Lees in het tijdschrift De Verschilmakers zeven circulaire praktijkverhalen van baanbrekende ambtenaren bij gemeenten, provincies en waterschappen. Deze verhalen zitten bomvol concrete tips om morgen mee aan de slag te gaan.

In deze zes podcasts gaan wij met experts in gesprek over hoe Nederland er in 2030 en 2050 uit komt te zien op het gebied van bouw, landbouw, infrastructuur, bedrijven, consumenten en afval.

In de andere edities over Inwoners komen de volgende onderwerpen aan bod:

  • E-waste

  • Voeding

  • Verbouwingen

  • Mobiliteit



Ben je nog niet aangemeld voor dit kennisnetwerk?
Meld je dan hier aan en vertel het door aan je collega’s!


 

 

Lees ook over de andere thema’s

 

Een initiatief van:

In samenwerking met: